Ovenschotel met wintergroentjes, gehakt en gegratineerde puree
Winterse kost mag dan soms wat saai zijn (stevig, zwaar, niet zo verfijnd,…), op een kille dag gaat er niets boven een eenvoudige ovenschotel vol lekkers. Nooit moeilijk om maken en je kan meteen een portie voor twee dagen bereiden. Leuk aan dit recept is de smaakvolle basis van typische wintergroentjes in wildfond. Zo wordt het toch nog dat tikje verfijnder!
Schil de aardappelen en breng ze aan de kook in een ruime hoeveelheid water.
Spoel de groenten. Snipper de savooi en snijd de champignons in kwartjes. Schil de pastinaak en wortel, snijd in hapklare blokjes.
Verhit een ruime/hoge braadpan en bak de spekjes aan zonder vetstof.
Voeg het gehakt toe en bak rul op een matig vuur. Kruid naar wens met peper en zout.
Stort het gebakken gehakt met de spekjes uit in een ruime ovenschaal.
Kuis de pan niet, maar zet ze pan opnieuw op het vuur en voeg een klontje boter toe.
Fruit de ui en voeg dan de stukken savooi, champignon, pastinaak en wortel toe. Laat even aanbakken, schud goed op en kruid met peper/zout.
Blus de groentjes met de wildfond en laat even inkoken tot het meeste vocht verdwenen is. Voeg op het laatst de erwtjes toe en stort uit in de ovenschaal. Meng met het gebakken gehakt en laat rusten..
Ondertussen zouden de aardappelen voldoende gegaard moeten zijn. Giet af en plet fijn met een pureestamper. Werk af met de eidooier en een scheutje melk naar wens. Let er wel op dat de puree stevig blijft. Kruid af met peper, zout en nootmuskaat.
Werk de ovenschotel af door zorgvuldig een bovenlaag van puree aan te brengen. Bestrooi met wat panko voor een krokanter korstje en schuif in een voorverwarmde oven (160°). Laat een half uurtje bakken.
Zet op het eind eventueel de grill-functie ook even aan om een mooi goudbruin korstje te krijgen. Smakelijk!