Een malse lamsbout is een perfecte keuze voor een diner onder de lentezon of op een gezellig paasfeest. Met kraakverse boontjes en een smeuïge gratin Dauphinois maak je zonder moeite een feestmaal klaar.
Start met het prepareren van de lamsbout, die moet immers een poosje in de oven. Maak enkele diepe insnijdingen in het vlees met een scherp mes en steek daar de halve teentjes look in. Kruid het vlees grondig met peper en zout. Steek de bout, afhankelijk van het gewicht, ongeveer een uur in een voorverwarmde oven van 180°.
Vervolgens kan je starten met de gratin Dauphinois. Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem één grote ovenschaal – of 4 kleine, ook leuk – en smeer deze in met wat boter. Smeer de schaal in met een gehalveerd teentje look, zo blijft de looksmaak subtiel. Leg vervolgens één laagje aardappelen en kruid met een snuifje peper, zout en nootmuskaat. Besprenkel met een weinig gemalen kaas en zet onder met room. Blijf dit doen tot je op één centimeter van de rand bent. Werk af met gemalen koos.
Zet de schotel met de gratin Dauphinois mee in de oven en laat zo’n 30 à 45 minuutjes mee garen. Indien je oven te klein is, kan je ook met een microgolfoven aan de slag. Kies dan een gemiddeld wattage en laat minder lang garen.
Eenmaal de gratin en lamsbout bijna klaar zijn, kan je de boontjes bereiden. Kuis indien nodig en smelt een klontje boter in een kookpot. Stoof de ui glazig en voeg de boontjes toe met een beetje water. Laat kort stoven en roer regelmatig om. Kruid met peper en zout. Haal de boontjes tijdig van het vuur – wanneer ze nog steeds frisgroen zijn – zodat je ze knapperig kan serveren.
De lamsbout is klaar wanneer deze vanbinnen nog roze en sappig is, maar niet bloederig meer. De gratin is dan weer tiptop eenmaal de room netjes gebonden is en de aardappeltjes duidelijk gaar. Nu kan het (culinaire) feest beginnen! Smakelijk!