Wanneer het allemaal wat chiquer mag zijn, zonder jezelf een breuk te werken in de keuken, is dit een tof recept. De smeuïge en feestelijke saus met garnaaltjes kan vergeleken worden met een vol-au-vent en is een perfect diner op een gezellige zondag.
Smelt een klontje boter in een brede, hoge pan. Stoof de gesnipperde sjalot met de geplette knoflook aan.
Voeg de versneden selder, kwartjes champignon en blaadjes laurier toe. Kruid met peper en zout en laat even bakken.
Blus de groentjes met de witte wijn. Laat de witte wijn op een matig vuur uitkoken.
Bereid ondertussen de roux in een andere kookpot. Smelt daartoe de boter en klop er, af het vuur, evenveel bloem onder. Laat het mengsel nog even warmen op het vuur.
Voeg dan stelselmatig de visbouillon en melk, al roerend, toe tot je een smeuïge saus hebt. Breng op smaak met de gemalen kaas, een snuifje cayennepeper, peper, zout en voldoende nootmuskaat.
Giet de saus bij de gestoofde groentjes (verwijder eerst de laurierblaadjes), eenmaal de witte wijn is uitgekookt. Roer om, voeg de gesnipperde peterselie toe en kruid eventueel verder bij.
Warm de pasteitjes gedurende een tiental minuten op in een voorverwarmde oven (160°).
Roer net voor het opdienen de garnalen onder warme saus. Snijd het hoedje uit de warme pasteitjes en vul royaal met de saus.
Serveer met kroketjes (of puree) en frisse reepjes ijsbergsla. Lekker met een glaasje witte wijn, smakelijk!