Klassieke gerechten uit grootmoeders keuken blijven heel wat eters nauw aan het hart. Ze zijn smakelijk, stevig en eerlijk. Met dit gerecht kan je nooit iets fout doen en de show wordt gestolen door de kinderlijk eenvoudige zure saus. Aan de slag!
Schel de aardappeltjes en breng ze aan de kook in voldoende gezouten water.
Vervolgens start je met het kuisen van de boontjes (indien je verse kocht). Pluk of snijd de bovenste (harde) topjes af waar de boontjes mee aan de struik zaten. Diepvriesboontjes hoef je slechts te laten ontdooien.
De volgende stap betreft het spek; ontdoe het van de harde vetrand en halveer (indien nodig) zodat je de stukken makkelijk en vlot kan bakken terwijl de boontjes garen.
Smelt het klontje boter in een kookpot en fruit de fijngesneden ui op een middelmatig vuur. Voeg de boontjes toe en laat ze kort stoven. Voeg het bicarbonaat toe (zo blijven ze mooi groen) en eventueel een scheutje water.
De boontjes zijn na enkele minuten beetgaar (ze moeten nog lichtjes krokant zijn en hun mooie groene kleur behouden), begin dus onmiddellijk met het spek te bakken. Smelt een klein beetje boter in een pan en schroei de plakjes op hoog vuur. Hard- of zachtgebakken kan je uiteraard zelf bepalen.
Als alles goed gegaan is, zouden de aardappelen, de boontjes en het spek min of meer samen klaar moeten zijn. Hou alles nog enkele minuutjes warm en haal het spek uit de pan. Het resterende vet is de basis voor de zure saus. Voeg azijn, Worcestershiresaus, bloem, water en voldoende peper/zout toe. Laat dit even indikken op een hoog vuur.
Voorzie elk bord van een paar stukjes spek, een flinke schep boontjes en enkele aardappeltjes. De zure saus is heerlijk op boontjes en/of aardappelen. Smakelijk!