Erwtensoep, ook bekend als ‘snert’, is een Nederlandse klassieker zonder weerga. Makkelijk om maken, stevige kost en spotgoedkoop. Met enkele sneetjes rookworst wordt dit een smeuïge maaltijdsoep die ’s winters niet mag ontbreken.
Stoof de grofgesneden ui in het klontje boter. Voeg vervolgens de erwtjes toe. Indien je koos voor diepvrieserwtjes (niets mis mee): mag het vuur wat hoger, ze moeten immers eerst nog ontdooien. Verse erwtjes zullen dan weer erg snel gaar zijn, zet het vuur niet te hoog en ga zeker niet lopen.
Stoof de erwtjes rustig gaar en voeg alvast wat water toe. Eenmaal ze wak beginnen te worden, kan je over naar de volgende stap: voeg meer water toe en laat het kippenbouillonblokje mee smelten. Vegetariër? Geen probleem, dan neem je uiteraard groentebouillon.
Na een kwartiertje pruttelen kan je de soep mixen. Je zal merken dat de soep behoorlijk dik is, erwtensoep hoort eerder stevig te zijn. Anderzijds moet het nog steeds soep zijn: voeg meer water toe indien je de soep te dik vindt.
Breng op smaak met flinke portie peper, wat zout en een beetje nootmuskaat.
Zet op tafel met wat sneetjes rookworst (laat deze zeker niet meekoken) en eventueel een wolkje room. Lekker als voorgerecht, tussendoortje of als hartig hoofdgerecht met een ferme snede bruin brood. Smakelijke groeten uit Nederland!