Tijdens de frisse lentemaanden gaat alle culinaire aandacht, geheel terecht, naar asperges. Deze uitzonderlijke groente is een absolute topper die op heel wat manieren ingezet kan worden. Er gaat echter weinig boven de meest klassieke aanpak: in witte saus met een malse rosbief uit de oven.
Kruid het vlees grondig met peper en zout. Smelt een weinig boter in de pan en schroei het vlees langs alle kanten mooi dicht op een hoog vuur. Zo blijven alle sappen in het vlees en blijft het mals en sappig.
Zet het vlees in een voorverwarmde oven van 180° en laat zo’n 45 minuten garen (goed voor 600 à 750 gram vlees). Normaliter mag je rekenen op een uurtje voor een kilo vlees, hou echter ook rekening met de vorm en algemene dikte van het stuk dat je bereid.
Terwijl het vlees gaart, start je met de aardappelen te bereiden. Indien je werkt met krieltjes hoef je deze slechts wat te kuisen zodat alle grond en stof weg is. Normale aardappelen schil je en snij je in hapklare blokjes. Breng aan de kook in een ruime hoeveelheid gezouten water.
Laat de aardappelen enkele minuten koken tot ze net-niet gaar zijn en spoel onmiddellijk af met koud water en laat afkoelen. Mocht je met krieltjes werken; pel ze voorzichtig eenmaal voldoende afgekoeld.
Ondertussen kan je starten met de asperges. Verwijder de onderkant en de harde schil met behulp van een dunschiller en snijd ze in stukjes van één à twee centimeter. Kook de stukjes asperge gedurende 10 à 12 minuten in lichtgezouten water.
De volgende stap is de witte saus. Smelt 50 gram boter en roer er 50 gram bloem onder. Laat even opdrogen en voeg er vervolgens de melk beetje na beetje aan toe terwijl je flink roert. Laat de saus op een zacht vuur indikken en blijf roeren. Kruid af met peper, zout en voldoende nootmuskaat.
Smelt een beetje boter in een ruime pan en schroei de aardappeltjes nog enkele minuutjes. Voeg ook de stukjes asperge toe aan de witte saus, roer zachtjes en houd warm. Het vlees zou ondertussen klaar moeten zijn. Haal het uit de oven maar laat het nog heel even rusten onder een stukje aluminiumfolie.
Werk de aardappeltjes af met nog een snuifje zout, peper en de fijne lente-ui-ringen. Snijd het vlees na een handvol minuten rust in dunne plakjes (0,5 tot 1 centimeter) – het vlees moet nog mals en wat rozig zijn maar niet overdreven sappig. Smakelijk!