Laat de vis op kamertemperatuur komen. Verdeel – indien nodig – in evenveel gelijke stukken als er eters zijn en kruid met peper/zout.
Schil de aardappelen en breng aan de kook in lichtgezouten water met de gesnipperde look. Laat zo’n 20 minuutjes garen.
Versnijd ondertussen de broccoli in gelijke delen. Voeg de laatste 5 Ć 10 minuutjes toe aan de aardappelen en laat mee garen.
Smelt voldoende boter in een braadpan en bak de stukken vis langs elke kant gedurende een vijftal minuten aan (draai voorzichtig om). Voeg halverwege de spekjes en gesnipperde sjalot toe.
Giet de gegaarde aardappelen met broccoli af en plet fijn met een pureestamper. Werk af met de melk en breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout. Smakelijk!