Kabeljauw mag tegenwoordig dan wel best duur zijn, de stevige vis blijft een absolute lieveling op heel wat tafels. Bovendien behoeft deze lekkere vis weinig werk en fantasie, met een paar kleine ingrepen heb je zonder moeite een klassiek, maar origineel, gerecht klaar.
Start met het prepareren van de vis, die vraagt de langste gaartijd. Bestrooi elke zijde met peper, zout en wat olijfolie. Zet de vis in een voorverwarmde oven van 160° en laat een half uurtje garen.
Schil de aardappelen en breng aan de kook in een ruime hoeveelheid water. Terwijl de aardappelen garen smelt je een klontje boter in een ruime pan. Stoof de fijngesneden ui en prei met een klein beetje water. Breng op smaak met peper en zout. Zet opzij en houd warm.
Eenmaal de aardappelen voldoende gaar zijn (doorgaans duurt dat een klein kwartiertje), giet je ze af en kan je de puree bereiden. Voeg de melk, wat peper, zout en nootmuskaat toe en stamp alles fijn.
Eenmaal de puree voldoende geplet is, werk je verder af met de verse peterselie, een eetlepel mosterd, de kappertjes en de gestoofde prei. Meng alles netjes door elkaar en voeg ter afwerking peper, zout en/of nootmuskaat naar wens toe.
Bak tot slot de croutons. Scheur daartoe de boterhammen in fijne stukjes en schroei ze kort in een pan zonder vetstof. Eenmaal de korstjes bruin en krokant zijn, kan je opdienen. Voorzie elk bord van een torentje puree, leg daar een stukje vis op en versier met enkele croutons en eventueel een klein stukje verse peterselie. Smakelijk!