Konijn is een graag geziene gast op heel wat Belgische tafels. Het verfijnde vlees laat zich makkelijk bereiden en kan met heel wat smaken gecombineerd worden. Dit recept vertrekt van het klassieke concept om vlees te stoven met bier. Heerlijk en toch eenvoudig!
Prepareer de stukken konijn door ze met wat peper, zout en nootmuskaat te bestrooien. Zorg dat je alle stukken min of meer evenredig bedeelt. Doe tot slot wat bloem over de stukken vlees en wrijf het in. Zo kan het konijn langer stoven zonder uiteen te vallen en wordt de saus dikker.
Laat de stukken vlees rusten en op kamertemperatuur komen. Intussen kan je de uien snijden. Dit hoeft niet te fijn, anders smelten ze volledig tijdens het stoven. Laat een flink klontje boter smelten in een ruime kookpot met deksel en stoof de stukken ui.
Schil de wortelen en snij ze in schijven van enkele millimeters dik. Ook de selder kan je in stukjes van ongeveer een halve centimeter dik snijden. De champignons snij je tot slot in kwartjes. Voeg de stukjes wortel, selder en champignon toe aan de glazig geworden ui en laat even meestoven. Doe er alvast een snuifje peper en zout bij.
Voeg de stukken konijn toe. Indien je een versneden konijn kocht waar ook de kop, lever en niertjes bijzaten: zeker toevoegen! Hoewel het slachtafval lijkt, zijn dit ongelooflijke smaakversterkers. De lever en niertjes hoef je enkel even fijn te snijden. Laat het vlees schroeien met de halfgare groentjes op een hoog vuur. Voeg ook het takje tijm toe. Geen verse tijm? Gedroogde is net zo goed, let er dan enkel op dat je dit alvast toevoegt bij het bestrooien met bloem.
Eenmaal de groentjes gaar beginnen te worden en het vlees begint te kleuren, blus je met de bouillon en aansluitend het bier. Het grootste werk zit er al op! Laat even steven op een middelmatig vuur.
Terwijl het konijn kan beginnen stoven met de groentjes, zorg je voor de extra smaken. Voeg enkele blaadjes laurier toe (ongeveer vier, meer mag indien je houdt van sterkere smaken), enkele jeneverbesjes (idem, deze smaak past geweldig bij wild maar smaakt wel snel door) en de zilveruitjes. Vergeet niet om deze op voorhand eerst wat te weken zodat ze minder zuur zijn. Voeg tot slot een beetje graanmosterd toe.
Laat dit hartige stoofpotje gedurende een uurtje pruttelen. Op tijd en stond even roeren is geen slecht idee, let er enkel op dat je de stukken vlees niet helemaal uiteen duwt. Eenmaal het vlees van het bot begint te vallen en/of de saus voldoende ingedikt is kan je opdienen. Breng indien nodig verder op smaak met peper en/of zout.
Serveer dit stoofpotje in halfdiepe borden met knapperige kroketjes. Smakelijk!